Als bewoner van Hilversum heb ik natuurlijk baat bij een leefbare en gezonde woonomgeving.
Inmiddels 7 bijeenkomsten verder over de ontwerpplannen van het IBP en mijn bezorgdheid over de toekomst van mijn woonomgeving nam alleen maar toe.
Daarom vraag ik u, wethouder verkeer, raadsleden het volgende te doen:
Met ons, uw burgers, te communiceren over alle gevolgen van de IBP maatregelen. Ik denk daarbij aan:
1. het leefmilieu met de luchtvervuiling en geluidsoverlast
2. en de waarde van de eigendommen, huizen.
Dit alles slechts met één doel, dat wij, geïnformeerd zijn en zo zelf onze keuzes kunnen maken of onze leef/woon situatie gezond is en economisch verstandig.
Ik wil nog opmerken dat de inspraakavonden over de ontwerpen IBP, uitsluitend informatie verschaften over de inrichting van de wegen en niet over de gevolgen van de maatregelen op de leef/woon situatie van ons, de bewoners.
Om het belang van de communicatie met de burgers aan te geven wil ik u verwijzen naar het Dossier VROM Milieu en gezondheid Vraag en antwoord”. U per e-mail toegestuurd.
Hierin wordt gemeld dat de belangrijkste veroorzakers van gezondheidsverlies op milieugebied zijn: luchtverontreiniging en geluidshinder.
Bijlage:
Ministerie van VROM
zoek
Vraag en antwoord
Wat is de invloed van het milieu op onze gezondheid?
Wat zijn de belangrijkste veroorzakers van gezondheidsverlies op milieugebied?
Wat doet de overheid aan het verminderen van gezondheidseffecten door milieufactoren?
Wat is de Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid?
Hoe gaat de overheid het binnenmilieu gezonder maken?
Hoe gaat de overheid de communicatie met burgers verbeteren?
Hoe gaat de overheid de lokale leefomgeving gezonder maken?
Hoe gaat de overheid de kennis en informatie over gezondheid en milieu verbeteren?
1. Wat is de invloed van het milieu op onze gezondheid?De gezondheid in Nederland is in de laatste 150 jaar flink verbeterd. Werden mensen rond 1850 gemiddeld niet ouder dan zo'n 35 jaar, nu is die levensverwachting meer dan verdubbeld tot bijna 80 jaar. Voor een deel komt dat door de toegenomen welvaart, betere voeding, gezondere arbeidsomstandigheden en verbeteringen in de gezondheidszorg. Maar ook de verbeterde kwaliteit van de milieuhygiëne heeft zijn steentje bijgedragen aan de hogere levensverwachting van de Nederlander. Voorbeelden hiervan zijn de drinkwatervoorziening, riolering, afvalverwijdering, minder smog en verbetering van het binnenmilieu. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) schat dat ook nu nog 2 tot 5 procent van de gezondheidsklachten van mensen kan worden toegeschreven aan milieufactoren, zoals schadelijke stoffen, luchtvervuiling, geluidsoverlast, et cetera.
2. Wat zijn de belangrijkste veroorzakers van gezondheidsverlies op milieugebied?De afgelopen decennia zijn belangrijke milieuproblemen met succes bestreden, zoals de blootstelling aan water- en luchtverontreiniging door industriële activiteiten. Desondanks zijn er nog steeds milieufactoren die leiden tot (ernstige) effecten op de volksgezondheid, zoals geluidshinder en luchtverontreiniging. Het gaat met name om een drietal veroorzakers van gezondheidsschade:
verontreiniging van de buitenlucht met fijn stof en ozon;
ernstige geluidshinder door verkeer (ook rail en luchtvaart);
verontreiniging van het binnenmilieu met bijvoorbeeld radon, fijn stof (tabaksrook, open haard) en huisstofmijt en schimmels.
3. Wat doet de overheid aan het verminderen van gezondheidseffecten door milieufactoren?Een van de uitgangspunten van het milieubeleid is bescherming van de gezondheid. Op veel beleidsterreinen zijn daarom in de loop der jaren maatregelen genomen om gezondheidsschade door milieufactoren te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan de milieu-eisen aan producten, aan het verbod op asbest, aan de maatregelen ter bestrijding van legionella en aan normen voor de maximale concentratie van schadelijke stoffen in bodem, lucht en water. Tussen 2002 en 2006 liep het Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Hierin stonden die onderwerpen centraal die extra aandacht nodig hadden, zoals het binnenmilieu. Het actieprogramma krijgt in 2008 een vervolg in de Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid. In 2007 lopen nog enkele activiteiten door op het gebied van:
gezond binnenmilieu (zie vraag 5)
(risico)communicatie met burgers (zie vraag 6)
gezonde lokale leefomgeving (zie vraag 7)
kennis en informatie over gezondheid en milieu (zie vraag 8).
Daarnaast worden nieuwe onderwerpen die recent in de aandacht zijn gekomen, zoals mogelijke gezondheidseffecten van klimaatverandering en gezondheidseffecten van milieufactoren voor risicogroepen (bijvoorbeeld ouderen). Deze vervolgactiviteiten maken deel uit van het bestaande beleid. Er is dus geen tweede actieprogramma.
4. Wat is de Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid?De Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid geeft aan welke speerpunten de overheid heeft op het gebied van Milieu en Gezondheid. Deze aanpak zal zeker voortborduren op acties uit het eerdergenoemde Actieprogramma. Deze Nationale Aanpak wordt in de eerste helft van 2008 gepubliceerd. De Nationale Aanpak heeft tot doel verdere stappen te zetten in het realiseren van een gezonde leefomgeving. Elke vier jaar verschijnt een nota Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid. Deze nota zal aansluiten op het vierjaarlijkse EU-actieplan Milieu en gezondheid en de vijfjaarlijkse ministersconferentie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ook zal de nota aanknopingspunten bieden voor lokaal en regionaal milieu en gezondheidsbeleid.
Ministeries die samenwerken aan dit beleid zijn:
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
Wonen, Wijken en Integratie (WWI)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Verkeer en Waterstaat (VenW)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Het ministerie van VROM is het coördinerende departement.
5. Hoe gaat de overheid het binnenmilieu gezonder maken?Het binnenmilieu in gebouwen is belangrijk voor een goede gezondheid. Immers, de meeste mensen brengen het grootste deel van de dag in gebouwen door. Van invloed daarbij zijn onder meer: concentraties van schadelijke stoffen in de binnenlucht, geluid, vocht, schimmels, tocht en straling. Naast woonhuizen zal de aandacht zich richten op scholen en kindercentra. Samen met de betrokken maatschappelijke organisaties zal de overheid speerpunten benoemen voor zowel het realiseren van nieuwbouw als het gebruik van bestaande gebouwen. Belangrijk daarbij is dat gekozen wordt voor maatregelen die passend zijn: soms is dat voorlichting (bijvoorbeeld bij ventilatie), soms zijn dat technische oplossingen, soms is dat het stellen van normen, soms is dat het uitoefenen van toezicht en bij falen de handhaving ervan.De eerste nota Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid verschijnt in de eerste helft van 2008. Eerder al, najaar 2007, worden kabinetsvisies naar de Tweede Kamer gestuurd over het binnenmilieu in woningen respectievelijk in scholen.
6. Hoe gaat de overheid de communicatie met burgers verbeteren?Mensen willen zelf keuzes kunnen maken in hun leven, ook als het gaat om hun gezondheid. Daarvoor is het belangrijk dat ze goed geïnformeerd zijn. Doel van het kabinet is dan ook om al in 2008 gegevens over de lokale leefomgeving beschikbaar te hebben op het internet. Dit gebeurt in een pilot. Inmiddels zijn de voorbereidingen hiervoor gestart. Begonnen wordt met de themas lucht en geluid. Medewerking van lokale overheden is daarbij van groot belang. Verder is er een webportaal dat informatie biedt aan bewonersgroepen, zodat deze mee kunnen beslissen over de inrichting van hun woonomgeving: http://www.milieuengezondheid.nl.
7. Hoe gaat de overheid de lokale leefomgeving gezonder maken?De omgeving waarin we wonen en werken is veel gezonder dan een eeuw geleden. Toch zijn er nog steeds gezondheidsproblemen die verband houden met het milieu in onze directe leefomgeving: luchtverontreiniging, geluidsoverlast, maar ook overgewicht en te weinig beweging. Er bestaan nu al diverse middelen om de lokale overheid te assisteren in haar beleid op het gebied van milieu en gezondheid:
Een gezondheidschecklist. Deze wordt gebruikt voor milieueffectrapportages (MER) en Strategische Milieu Beoordelingen (SMB). Voor de Richtlijn SMB, zie dossier M.e.r, Wetten en regels.
Een handboek van de gezondheidseffectscreening (GES) Stad en milieu.
Een beoordelingskader milieu en gezondheid. Hiermee worden allerlei aspecten van een milieugezondheidsprobleem variërend van de ernst van de gevolgen tot de effectiviteit van mogelijke maatregelen goed in beeld gebracht. Het beoordelingskader is dus een hulpmiddel om beter zicht op problematiek te krijgen.
Deze middelen moeten toegankelijk worden gemaakt en gestroomlijnd, zodat ze vaker gebruikt worden in het (lokale) beleid. Speciale aandacht is er voor de gezondheid en ontwikkeling van de jeugd (0-19 jaar). Hiervoor is een actieplan opgesteld. Ook is er extra aandacht voor natuur en groen in de leefomgeving. Uit onderzoek blijkt dat mensen meer bewegen (wandelen, fietsen) in een aantrekkelijke, groene omgeving dicht bij huis en de werkplek. Een derde aandachtspunt is het versterken van de medisch-milieukundige zorg (MMK-zorg), met name op lokaal niveau.
8. Hoe gaat de overheid de kennis en informatie over gezondheid en milieu verbeteren?Goede informatie is belangrijk om goed beleid te kunnen maken. Bij het RIVM is daarom een kennis- en informatiepunt milieu en gezondheid (KIP) ingericht dat het beleid ondersteunt, zie http://www.rivm.nl/gezondheidenmilieu. De overheid kan daardoor beter prioriteiten stellen en keuzes maken. Zo houdt een signaleringscommissie bijvoorbeeld goed in de gaten welke (nieuwe) milieugezondheidsrisico's zich voordoen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Ik dank u allen hartelijk voor de inspanningen voor de inspraakronde bij de gemeente.
In de Volkskrant van vandaag trof ik het volgende bericht.
Overheid ‘goochelt’ met norm fijnstof
Van onze verslaggeefster Charlotte Huisman
UTRECHT - Onder druk van de bouwsector hebben de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat de berekeningen voor fijnstofwaarden in Nederland zodanig veranderd dat de conclusies gunstiger uitvallen voor bouwprojecten. Sinds 2002 zijn veel nieuwbouw- en wegenprojecten door de Raad van State stilgelegd, omdat ze niet voldoen aan de normen voor fijnstof in de lucht.
Volgens Menno Keuken, hoofd Afdeling Luchtkwaliteit en Klimaat van TNO, hebben de ministeries de grenzen van de wet opgezocht om de laagste waarden voor fijnstof in de lucht te berekenen. Zo is voorgesteld te rekenen met waarden op 4 meter hoogte, in plaats van op de gebruikelijke hoogte van 1,5 meter – de hoogte waarop een kind ademt. Het onderzoeksinstituut TNO heeft dit voorstel afgeraden.
Nieuwe wet
In 1999 stelde de EU grenswaarden op voor fijnstof, die in 2001 in de Nederlandse wetgeving werden overgenomen. De nieuwe Wet Luchtkwaliteit, waarover de Eerste Kamer 10 juli stemt, moet een einde maken aan de problemen van de bouwers. Deze wet schrijft voor dat bouwers alleen nog voor grote projecten rekening hoeven te houden met fijnstofnormen.
‘De nieuwe wet is gemaakt om te kunnen bouwen, maar schiet tekort op het gebied van volksgezondheid’, aldus Eerste Kamerlid Kim Putters (PvdA). Joris Wijnhoven van Milieudefensie omschrijft de wet als ‘de grootste goocheltruc aller tijden’. Milieudefensie wil een proefproces beginnen waarin de rechter moet beslissen of de wet nog in overeenstemming is met de Europese fijnstofrichtlijnen.
Steeds schoner
Uit de jaarlijkse luchtvervuilingskaarten van het onderzoeksinstituut RIVM blijkt dat Nederland steeds schoner wordt. Dit komt ten dele doordat de uitstoot van fijnstof in Europa afneemt, maar ook door andere rekenmethodes. Met Nederlandse regelgeving in 2005, waarbij onder meer de concentratie zeezout in de lucht mocht worden afgetrokken en vervuiling op de ene locatie kon worden gecompenseerd door schonere lucht op een andere plek, kwamen de ministeries aan de bouwers tegemoet.
Keuken: ‘Door de EU-norm veranderde fijnstof van een gezondheidsprobleem in een bestuurlijk probleem. We kwamen erachter dat we in het verleden te hoge waarden hadden berekend, maar vervolgens zijn aanpassingen voorgesteld waardoor de waarden lager uitvielen. Daarin werd weleens doorgeschoten.’
'Geen druk'
Volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat is geen druk uitgeoefend op de onderzoeksinstituten om lagere waarden te berekenen. ‘Wel hebben de betrokken ministeries hen aangespoord tot het nadenken en versneld uitwerken van de juiste methoden en berekeningen, omdat de luchtkwaliteitsproblemen vragen om een spoedige aanpak.’
Hannie van Wijk
Ik dank u allen hartelijk voor de inspanningen voor de inspraak IBP juni jongsleden.
In de Volkskrant van vandaag trof ik het volgende bericht:
Overheid ‘goochelt’ met norm fijnstof
Van onze verslaggeefster Charlotte Huisman
UTRECHT - Onder druk van de bouwsector hebben de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat de berekeningen voor fijnstofwaarden in Nederland zodanig veranderd dat de conclusies gunstiger uitvallen voor bouwprojecten. Sinds 2002 zijn veel nieuwbouw- en wegenprojecten door de Raad van State stilgelegd, omdat ze niet voldoen aan de normen voor fijnstof in de lucht.
Volgens Menno Keuken, hoofd Afdeling Luchtkwaliteit en Klimaat van TNO, hebben de ministeries de grenzen van de wet opgezocht om de laagste waarden voor fijnstof in de lucht te berekenen. Zo is voorgesteld te rekenen met waarden op 4 meter hoogte, in plaats van op de gebruikelijke hoogte van 1,5 meter – de hoogte waarop een kind ademt. Het onderzoeksinstituut TNO heeft dit voorstel afgeraden.
Nieuwe wet
In 1999 stelde de EU grenswaarden op voor fijnstof, die in 2001 in de Nederlandse wetgeving werden overgenomen. De nieuwe Wet Luchtkwaliteit, waarover de Eerste Kamer 10 juli stemt, moet een einde maken aan de problemen van de bouwers. Deze wet schrijft voor dat bouwers alleen nog voor grote projecten rekening hoeven te houden met fijnstofnormen.
‘De nieuwe wet is gemaakt om te kunnen bouwen, maar schiet tekort op het gebied van volksgezondheid’, aldus Eerste Kamerlid Kim Putters (PvdA). Joris Wijnhoven van Milieudefensie omschrijft de wet als ‘de grootste goocheltruc aller tijden’. Milieudefensie wil een proefproces beginnen waarin de rechter moet beslissen of de wet nog in overeenstemming is met de Europese fijnstofrichtlijnen.
Steeds schoner
Uit de jaarlijkse luchtvervuilingskaarten van het onderzoeksinstituut RIVM blijkt dat Nederland steeds schoner wordt. Dit komt ten dele doordat de uitstoot van fijnstof in Europa afneemt, maar ook door andere rekenmethodes. Met Nederlandse regelgeving in 2005, waarbij onder meer de concentratie zeezout in de lucht mocht worden afgetrokken en vervuiling op de ene locatie kon worden gecompenseerd door schonere lucht op een andere plek, kwamen de ministeries aan de bouwers tegemoet.
Keuken: ‘Door de EU-norm veranderde fijnstof van een gezondheidsprobleem in een bestuurlijk probleem. We kwamen erachter dat we in het verleden te hoge waarden hadden berekend, maar vervolgens zijn aanpassingen voorgesteld waardoor de waarden lager uitvielen. Daarin werd weleens doorgeschoten.’
'Geen druk'
Volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat is geen druk uitgeoefend op de onderzoeksinstituten om lagere waarden te berekenen. ‘Wel hebben de betrokken ministeries hen aangespoord tot het nadenken en versneld uitwerken van de juiste methoden en berekeningen, omdat de luchtkwaliteitsproblemen vragen om een spoedige aanpak.’
Een reactie posten