woensdag 4 juli 2007

Informatieblad van Milieudefensie over uitlaatgassen en gezondheid

INFORMATIEBLAD UITLAATGASSEN EN GEZONDHEID / JULI 2005 / PAGINA 1
Nederland in ademnood
De meeste gezondheidsschade door luchtvervuiling in Nederland wordt veroorzaakt
door fijnstof (PM) en stikstofdioxide (NO2). De uitlaatgassen van het wegverkeer, met name
dieselvoertuigen, zijn het meest schadelijk, mede vanwege hun uitstoot op leefniveau.
Fijnstof bevat zeer schadelijke componenten als roet en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Stikstofdioxide is het meest schadelijk als bron voor de aanmaak van
ozon, een beruchte smogvormer.

Beelden van de satelliet Envisat tonen aan dat de concentratie stikstofdioxide (NO2) in de
lucht ver boven de Randstad en Zuid-Nederland behoort tot de hoogste ter wereld.
Zwaarst getroffen in Europa zijn de Randstad, Vlaanderen, het Ruhrgebied en de Po-vlakte.1
Het beeld van de satellietbeelden komt overeen met het beeld van concentraties NO2 en
fijnstof op leefniveau.

Volgens een studie in opdracht van de Europese Commissie leven Nederlanders door de
uitstoot van kleinere fijnstofdeeltjes (PM2,5 =kleiner dan 2,5 duizendste millimeter) gemiddeld
een jaar korter.2 Bij deze berekeningen hield het Oostenrijkse instituut IIASA alleen
rekening met de uitstoot door menselijk handelen. Tevens nam zij het ontstaan van fijnstofdeeltjes via een chemische reactie van andere luchtvervuilende stoffen in de lucht
niet mee. Het instituut spreekt van een onderschatting van de effecten. Van alle 25 landen
van de Europese Unie scoorde alleen België ongezonder dan Nederland.

Volgens het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP - RIVM) sterven in Nederland jaarlijks
5000 mensen vroegtijdig door fijnstof en ozon.
Dit zijn de sterfgevallen op dagen met hogere niveaus luchtvervuiling. Kijkend naar
de permanente vervuiling, dan sterven in Nederland jaarlijks vermoedelijk 18.000 mensen
tien jaar eerder door concentraties fijnstof.

De jaarlijkse maatschappelijke kosten van uitlaatgassen door verkeer (exclusief vliegverkeer
en de zeescheepvaart) zijn volgens het onderzoeksbureau CE ongeveer vier miljard euro.
Volgens het onderzoekbureau wordt driekwart van de kosten veroorzaakt door personenauto's
(30%), vrachtauto's (23%) en bestelauto's (22%). Binnenvaartschepen (10%), motoren
en bromfietsen (9%) en bussen (5%) scoren ook hoog. Ter vergelijking: de jaarlijkse
maatschappelijke kosten van files zijn 1,7 miljard euro.

Gevoelige groepen
Tienduizenden mensen in Nederland hebben luchtwegklachten door de luchtvervuiling van
verkeer. De meest gevoelige groepen zijn kinderen, ouderen en astmapatiënten.
Mensen die op of nabij drukke verkeerswegen werken (zoals buschauffeurs, verkeersagenten,
wegwerkers, taxichauffeurs) lijken ten opzichte van andere mensen meer longkanker, luchtwegsymptomen en een verminderde longfunctie te krijgen.

In Nederland vonden twee grote onderzoeken plaats naar de gezondheidsproblemen van
kinderen als gevolg van het wonen en/of naar school gaan langs snelwegen. De conclusie
was dat 40% van deze kinderen als gevolg van de luchtverontreiniging vaker last van de
luchtwegen en van allergieën hebben.

Volgens een Amerikaans onderzoek hebben kinderen die opgroeien in verkeersgerelateerde
luchtverontreiniging een vijf keer grotere kans zwakke longen te ontwikkelen dan kinderen in
minder vervuilde gebieden. Mensen met zwakke longen hebben gedurende hun
levensloop meer gezondheidsproblemen en sterven gemiddeld eerder.

Langs drukke wegen wonen
Langdurig binnen honderd meter van een snelweg (of vijftig meter van een drukke provinciale
weg) wonen leidt tot een twee keer zo grote kans op sterfte door hart- en luchtwegaandoeningen. Mensen die langdurig zijn blootgesteld aan verhoogde concentraties luchtvervuiling leven gemiddeld enkele maanden tot twee jaar korter dan het geval zou zijn bij een `normale’ blootstelling.

De GGD Rotterdam berekende dat het wonen dichtbij de snelweg A13- Overschie gelijk
staat aan het meeroken van zeventien sigaretten per dag.
Wonen dichtbij de snelweg staat zo gelijk aan het samenleven met iemand die binnenshuis rookt.
Er wonen volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in Nederland
230.000 mensen binnen honderd meter van een snelweg of drukke provinciale weg. Het
gaat om honderdduizend huizen.

Fijnstof: meerdere geuren en maten
Fijnstof is er in verschillende groottes. Allereerst is er het PM10, deeltjes van minder dan
tienduizendste millimeter doorsnede. Deeltjes tussen PM2,5 en PM10 kunnen doordringen
tot de luchtwegen en longen. Onder deze stofdeeltjes vallen ook zeezout (dat niet ongezond
is) en opwaaiend bodemstof. PM2,5 deeltjes zijn daarentegen vooral deeltjes die
afkomstig zijn van verbrandingsprocessen.
Deze dringen dieper tot de luchtwegen en longen door en zijn dus schadelijker. Tot slot
zijn er ook ultrafijne deeltjes. Deze deeltjes (PM0,1) hebben een diameter van hooguit
een-tienduizendste millimeter). Het verkeer is een intensieve bron van deze deeltjes. Ze
worden, behalve met luchtwegproblemen, ook in verband gebracht met hartklachten (door
bloedklontering).

Het aandeel van het verkeer
De belangrijkste bronnen van PM2,5 fijnstof zijn dieselverkeer, de industrie en openhaarden/
allesbranders. De uitstoot van PM2,5 in Nederland is voor minstens de helft toe te
schrijven aan verkeer. Het is niet duidelijk of en hoeveel de uitstoot van PM2,5 is gedaald
in Nederland de afgelopen jaren. Daarover zijn geen onderzoeken bekend. Het aantal
dieselkilometers steeg in de periode 1993-2002 met meer dan vijftig procent.

Verkeer (exclusief zee- en luchtvaart) veroorzaakt tweederde van de uitstoot van
stikstofoxiden (NOX) binnen Nederland. Binnen verkeer zijn de belangrijkste bronnen:
vrachtauto’s (35%); personenauto’s (24%); de binnenvaart (13%); bestelauto’s (8%). Door
een schoner wordend wagenpark nam, tegen de verdrukking van het toenemende verkeer
in, de uitstoot van NOx door Nederlands wegverkeer de afgelopen tien jaren met 30%
af. Dit effect wordt voor een groot deel verklaard door (de katalysatoren van)
benzineauto’s.

Eindnoten
Referenties:
Zie www.esa.int/esaCP/SEMHJNZ990E_Netherlands_0.html.
Envisat is de satelliet van het European Space Agency. De Universiteit van Heidelberg
is verantwoordelijk voor het, op basis van de satellietbeelden, maken van de overzichtskaart.
De kaart werd oktober 2004 bekend gemaakt.
International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA), final report `Baseline Scenarios for theClean Air for Europe (CAFE) Programme', October 2004. Het onderzoek behelsde de kleinere fijnstofdeeltjes, PM2,5. Die zijn kleiner dan 2,5 duizendste millimeter in doorsnee.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Natuur-en Milieucompendium 2004, zoals gezien op http://www.rivm.nl/milieuennatuurcompendium/nl/i-nl-0340-05.html.

http://www.mnp.nl/nl/publicaties/2005/fijnstofinfo.html zoals gezien op 28 juni 2005.

Onderzoeksbureau CE, rapport `de prijs van een reis', september 2004.
Nota Mobiliteit, pagina 34, september 2004.
ArenA, artikel `Verkeersgerelateerde luchtverontreiniging en gezondheid’, prof. dr. ir. Bert Brunekreef, Universiteit Utrecht, februari 2005.
Institute for Risk Assessment Sciences, University of Utrecht; National Institute for Public Health andthe Environment, `The Relationship between Air Pollution from Heavy Traffic en Allergic Sensitization, Bronchial Hyperresponsiveness, and Respiratory Symptoms in Dutch Schoolchildren, in Environmental Health Perspectives, september 2003.

University of South California, `The Effect of Air Pollution on Lung Development from 10 to 18 yearsof Age’, gepubliceerd in: New England Journal of
Medicine, Volume 351: 1057-1067, 9 sept 2004.

Universiteit Utrecht, Universiteit Maastricht, RIVM
en TNO Zeist: Hoek, G., Brunekreef, B., Goldbohm,
S., Fischer, P., Van den Brandt, P.A.: ‘Association
Between Mortality and Indicators of Traffic-Related
Air Pollution in The Netherlands: A Cohort-Study’,
The Lancet, October 19th 2002, 360.

GGD Rotterdam, rapport `Stad en Milieu Overschie, Luchtkwaliteit en Gezondheid’, juni 1999.

Trouw, artikel `wonen bij snelweg ongezond’, 8 juli 2003. Berekening van RIVM.

ArenA, artikel `Verkeersgerelateerde luchtverontreiniging en gezondheid’ door prof. dr. ir. Bert Brunekreef,Universiteit Utrecht, februari 2005.
Ministerie VROM, rapport `emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging’, eind 2002.
CBS Statline, zoals gezien op 16 april 2004.
Ministerie VROM, `Nationaal Luchtkwaliteitsplan 2004’, februari 2005.
Milieucompendium Milieu- en Natuur Planbureau en CBS-Statline, zoals gezien op www.mnp.nl en www.cbs.nl, juli 2005.
Meer info: www.milieudefensie.nl en Milieudefensie Servicelijn: 020 6262 620, 9.30 - 16.30 (ma t/m vr).